De ELISA-test is de gouden standaard voor de kwantificering van antilichamen tegen SARS-CoV-2, zowel wat de gevoeligheid als de specificiteit betreft.
De ELISA- / Chemiluminescentietest maakt het mogelijk de aanwezigheid van IgG- en IgM-antilichamen tegen het SARS-CoV-2-virus (COVID-19) op te sporen en te kwantificeren.
Kies het centrum en de dag die u het beste uitkomen om de ELISA-test te doen. Voltooi vervolgens de aanmelding en verricht tenslotte de betaling voor de test.
Online resultaten binnen 24u-48u *
* Onder bepaalde omstandigheden kunnen de resultaten vertraging oplopen.
ELISA/CHEMIOLUMINISCENCE serologische tests zijn automatische high-throughput bepalingen voor de semi-kwantitatieve bepaling van IgG- en IgM-antilichamen tegen SARS-CoV-2 in bloedmonsters. Dat wil zeggen dat ze worden gebruikt om de immuunreactie van ons lichaam te meten. Het zijn momenteel de meest gebruikte tests voor de kwantificering van het gehalte aan anti-SARS-CoV-2-antilichamen, zowel vanwege hun gevoeligheid als hun specificiteit.
De ELISA-test wordt uitgevoerd aan de hand van een bloedafname. Het bloed wordt eerst geanalyseerd met de immunochemiluminescentietechniek, waarmee wordt bepaald of de patiënt wel of geen antilichamen tegen het SARS-CoV-2-virus heeft.
Nadat de immunochemiluminescentie is uitgevoerd, wordt het monster, indien het een positief resultaat oplevert, geanalyseerd om het gehalte aan IgG- en IgM-antilichamen in het organisme te bepalen.
Er bestaat een verband tussen de aanwezigheid van antilichamen en de mate van bescherming tegen de ziekte. Op dit moment zijn er echter geen betrouwbare studies over het niveau van neutraliserende IgG-antilichamen tegen SARS-CoV-2 en hoe lang die in het lichaam blijven.
IgM is het eerste antilichaam dat wordt aangemaakt wanneer er een infectie in het lichaam is en wordt beschouwd als een merkstof voor de acute fase van de ziekte.
IgG wordt iets later geproduceerd en is een teken van de late fase van de ziekte of van het feit dat de ziekte voorbij is. Wanneer de ziekte voorbij is, blijven de IgG-antilichamen in het bloed circuleren en kunnen ze de betreffende beschermen tegen eventuele toekomstige infecties.
IgM-antilichamen kunnen worden ontdenkt vanaf ongeveer de 7e-10e dag na infectie. Over het algemeen is het lichaam in staat om vanaf de 14e dag na de infectie blijvende IgG-antilichamen te produceren.
Totaal aantal antilichamen < 0,9 IgM < 0,9 IgG < 0,9* |
IgM > 1,1 IgG < 0,9* |
IgM > 1,1 IgG > 1,1* |
IgM < 0,9 IgG > 1,1* |
---|---|---|---|
Geen antilichamen aanwezig | Aanwezigheid van IgM-antilichamen | Aanwezigheid van IgM en IgG antilichamen | Aanwezigheid van IgG-antilichamen |
Niet geïmmuniseerd | Niet geïmmuniseerd | Geïmmuniseerd | Geïmmuniseerd |
1.- De infectie is niet voorbij 2.- De infectie is over, maar de antilichamen zijn niet meer aanwezig. 3.- Je bent in de venster periode* |
Waarschijnlijk bent u nu de infectie aan het doorstaan | U heeft onlangs de infectie doorstaan en bent in remissiefase | U heeft de infectie al lang achter de rug |
Als u in nauw contact bent geweest met een positief geval of symptomen van de ziekte hebt, raden wij u aan PCR uit te voeren | Wij bevelen afzondering en PCR-onderzoek aan om de diagnose te bevestigen | Wij bevelen aan de IgG-antilichamen over 3 maanden te herhalen om uw antilichaamgehalte te controleren | Wij bevelen aan de IgG-antilichamen over 3 maanden te herhalen om uw antilichaamgehalte te controleren |
Resultaten tussen 0,9 en 1,1 worden als onduidelijk beschouwd. U bevindt zich waarschijnlijk in een periode van seroconversie (verandering in het antilichaamgehalte). Raadpleeg een arts voor de beoordeling van uw resultaten. In deze gevallen wordt aanbevolen de antilichaamstest na een week te herhalen.
* Periode tussen het moment waarop een persoon besmet raakt en het moment waarop besmetting kan worden opgespoord (voor COVID-19 is dat ongeveer 10 dagen).